Verwarm de oven voor op 170 graden. Vet de taartvorm in met boter en bedek de bodem met bakpapier. Schil de appels en snij deze in kleine blokjes. Let op: snij de appel niet te klein. Het is lekkerder als je de appel nog goed kunt proeven.
Doe de boter en suiker in een kom en mix dit tot een smeuïg mengsel – dit duurt ongeveer 3 tot 4 minuten. Voeg vervolgens de eieren één voor één toe. Mix tussen de eieren goed, zodat deze goed worden opgenomen. Voeg de vanille-extract en amaretto toe en mix alles goed door. Het mengsel zal waarschijnlijk een beetje korrelig lijken – dit is niet erg.
Voeg het bloem, bakpoeder en zout toe. Mix dit wederom tot alles goed is opgenomen. Het mengsel zal nu weer glad worden. Als alles goed gemengd is, dan kan je de appels toevoegen. Dit kan je of met de mixer doen of met een rubberen spatel. Zorg dat de appels regelmatig zijn verdeeld over het mengsel.
Giet het deegmengsel in de taartvorm en strijk de bovenkant plat. Verdeel 1 tot 2 eetlepels suiker over de hele bovenkant van de cake. Zet de cake in de oven en bak hem goudbruin in de oven. De taart is klaar als deze goudbruin is en een satéprikker schoon uit de taart komt.
Laat de cake afkoelen en verwijder de vorm wanneer de cake helemaal is afgekoeld.Optioneel: Verdeel een beetje poedersuiker over de bovenkant van de cake.