• Verwarm de oven voor op 180 graden. Bedek de bodem van de bakvorm met bakpapier en vet de zijkant van de vorm in. 

Taart

• Scheid het eigeel van het eiwit en stop dit in twee verschillende grote mengkommen.
• Eiwit – Klop het eiwit met een klein beetje zout stijf. Dit zal in totaal ongeveer 1 à 2 minuten duren. Het makkelijkste is om dit in een keukenmachine te doen. Als het eiwit stijf geklopt is, voeg je de helft van het suiker toe. Meng dit nog 1 à 2 minuten. Als alles goed gemengd is, kan je deze kom apart zetten.
• Eigeel – Klop het eigeel met de rest van het suiker. Het doel is om een crèmige eenheid te creëren die lichtgeel van kleur is. 
• Schep het eiwit voorzichtig door het eigeel. Let hierbij op dat je niet de lucht uit het eiwit slaat! Doe dit dus rustig en voorzichtig. Zeef het meel, maïzena, bakpoeder en vanillesuiker boven het eimengsel. Meng dit vervolgens weer voorzichtig door elkaar heen. Hierbij is het wederom belangrijk om geen lucht uit het eimengsel te slaan. 
• Laat het deeg in de taartvorm lopen en strijk eventueel de bovenkant plat. Zet de taart in de oven voor 25 minuten. 

Siroop en botercrème

• Siroop – Doe het water, cognac en suiker in een steelpannetje en zet de pan op het vuur. Laat de suiker rustig smelten en laat het mengsel nog 2 minuten koken. Zet daarna het vuur uit en zet de siroop apart voor later.
• Botercrème – Doe de boter en roomkaas in een kom en gebruik een mixer om het mengsel zacht te maken. Dit duurt ongeveer 2 tot 3 minuten. Voeg vervolgens de poedersuiker, snufje zout, melk en vanille-extract toe en klop dit op een lage stand tot een samenhangende massa. Als alles goed gemengd is, klop je de crème nog 3 minuten op een hoge stand.

  Als de crème de juiste consistentie heeft, verdeel je het in twee delen. Hierbij mag de ene helft iets groter zijn dan de andere. De grootste portie botercrème gaan we nu paars maken. Ik heb een paar druppels kleurstof gebruikt, maar dit kan je naar smaak zelf bepalen.

Taart afmaken

• De taart vullen – Leg de taart op een plank en snij in drie lagen (je snijdt dus twee keer). Leg de onderste laag op een bord. Bedek deze met een dunne laag witte botercrème.
• Maak vervolgens een ”bullseye” met de jam en witte botercrème. Spuit een randje botercrème langs de zijkant van de taart en spuit een rondje rondom de middenkant van de taart. Smeer vervolgens met een lepel de jam in de twee open ruimtes.
• Leg hier de tweede laag taart op en herhaal het maken van de ”bullseye”. Eindig met de laatste plak taart.
• De taart decoreren – Indien er nog witte botercrème over is, kan je de bovenkant en zijkant van de taart insmeren met een dun laagje botercrème. Als je dit gedaan hebt, zet je de taart even in de koelkast. Als je geen witte crème over had, dan kan je meteen door met decoreren. Smeer de paarse crème op zowel de bovenkant als zijkant van de taart.
• Leg de meringue langs het randje van de taart en vul het midden op met blauwe bessen. Decoreer vervolgens eventueel met bloemen.